Bladerend door oude gezangboeken en bladmuziek vind je allerlei kleine presentjes. Sterretjes en voetnoten in de teksten van de eerste hymnologen, die studie maakten van de oudste protestantse gezangen. Luthers erfgoed en dat van zijn tijdgenoten werd afgestoft, verduidelijkt en … door Bach omgezet in mooie koraalcantates, die ook in onze tijd nog kunnen helpen om het lied te blijven begrijpen. In deze adventskalender vind je elke dag zo’n presentje, een sterretje om je weg naar Kerst bij te lichten.
Meinen Jesum lass ich nicht
Lied
Liedtekst, strofe 3:
Laß* vergehen das Gesicht /
Hören / Schmecken / Fühlen / weichen:
Laß das letzte Tages=Licht
mich auf dieser Welt erreichen.
Wenn der Lebens=Faden* bricht /
meinen JEsum laß ich nicht.
Christian Keymann, 1658.
Commentaar
(*) Laß) Wiederhole dis Wort, bey dem Worte hören, eben als wenn ich sonst sagte: Laß vergehen diese Welt, Sonne, Wolcken, Sterne fallen etc. d.i. Laß vergehen / laß fallen.
(*) Lebens=Faden) Poetische Redens=Art. Wir sind nicht vom Stahl und Eisen. Trifft uns eine kleine Noth, so hats ein Ende!
[vertaling: (*) Laat) Herhaal het woord, bij het woord horen, of, als ik het anders zou zeggen: Laat deze wereld voorbijgaan, zon, wolken, sterren vallen, etc. d.w.z. Laat voorbijgaan / laat vallen.
(*) Levensdraad) Poëtische manier van spreken. Wij zijn niet van staal en ijzer. Als een beetje tegenspoed ons treft, heeft het een einde!]
Johann Martin Schamelius, Evangelischer Lieder-Commentarius, 1724 p. 88.
Cantate
Bach schreef de koraalcantate over dit lied voor 7 januari. Opvallend is dat de opgesomde narigheid uit het lied met duidelijke bewoordingen wordt samengevat (Todesslag, verhasste Tag). Van die fijne begrippen waar Bach wel raad mee weet in de muziek. Maar de laatste zin uit het lied krijgt hier juist een toegevoegde positieve regel om troost en vertrouwen (Zuversicht) duidelijker te onderstrepen.
3. ARIA (T)
Und wenn der harte Todesschlag
Die Sinnen schwächt, die Glieder rühret,
Wenn der dem Fleisch verhasste Tag
Nur Furcht und Schrecken mit sich führet,
Doch tröstet sich die Zuversicht:
Ich lasse meinen Jesum nicht.
Meinen Jesum lass ich nicht (BWV 124/3)
Meer sterretjes bekijken? Volg de dagen op de pagina van de Adventskalender.