Uit Bachs omgang met de oude kerkliederen in zijn koraalcantates blijkt overduidelijk dat hij de geloofsleer van de lieddichters, aangevuld met de inzichten van de orthodox-lutherse theologen, op zijn duimpje kende. Zijn inzet om met muzikale middelen die leer te verduidelijken is dan ook zeker geen gelegenheidskwestie geweest van slechts dat ene jaar met het 200-jarige jubileum van Luthers liederen. Na deze jaargang koraalcantates van 1724/1725 vulde hij immers in latere jaren de collectie nog aan met cantates voor de ontbrekende zondagen volgens dezelfde receptuur.
Maar kunnen we daar ook conclusies aan verbinden over Bachs persoonlijke geloofsleven? Naast de overweldigende hoeveelheid muziek die hij ons heeft nagelaten bestaan er nauwelijks bronnen van zijn eigen hand waaruit we hem beter kunnen leren kennen. En toch zoeken wetenschappers en muziekliefhebbers al sinds de eerste biograaf (Forkel in 1802) naar duiding van wie Bach was en wat zijn geloof voor hem betekende. En daarbij lopen de meningen ver uiteen. Uiteraard speelt in oudere vakliteratuur nog een rol dat het regime in de DDR-tijd hem liever niet als orthodox gelovige lutheraan wilde positioneren. Zijn instrumentale werken maakten het mogelijk om Bach te blijven waarderen als belangrijke componist, maar zijn vocale kerkmuziek verdween naar de achtergrond. Maar ook in onze tijd zijn er velen, die Bach liever als moderne geestverwant en scheppende kunstenaar zien, dan als gelovige muzikale ambachtsman die zijn talenten inzette ter ere van de eredienst naar orthodox-lutherse signatuur.
De troost van Bach
Wanneer ik met anderen in gesprek raak over Bach en het thema ’troost’ uit mijn onderzoek, blijkt dat de troostende betekenis van Bachs muziek door velen wordt ervaren en herkend. Bach lijkt dan precies aan te sluiten bij het gevoelsleven en de spiritualiteit van mensen van nu en zijn muziek weet ook nu nog velen troost te bieden. Historisch inzicht in het geloofsleven aan het begin van de 18e eeuw heb je daar niet per se voor nodig. Maar dat is uiteraard wel nodig als je echte uitspraken gaat doen over wie Bach was en wat zijn opvattingen over religie waren en hoe je die herkent in zijn composities. Ook de Canadese musicoloog Michael Marissen komt tot “de conclusie dat een groot aantal muziekliefhebbers Bach, strikt genomen, niet waarderen vanwege de dingen waar het bij Bach, strikt genomen, om gaat.”
"Bach tegen de moderniteit"
MichaeI Marissen (1960) is musicoloog en emeritus-hoogleraar aan het Swarthmore College in Pennsylvania en bekend Bach-onderzoeker. Hij schreef een reeks essays over Bachs werken en belicht daarin verschillende misverstanden die kunnen ontstaan wanneer mensen onvoldoende kennis nemen van de wereld waarin Bach leefde. Een tijd die niet beschouwd kan worden als ‘modern’ en zeker nog niet werd gekleurd door de latere opvattingen van de Verlichting. Wie zich in deze materie wil verdiepen kon zijn gebundelde artikelen al lezen in “Bach against modernity” (Oxford University Press, 2023). Dingeman van Wijnen vertaalde twee artikelen hieruit in het Nederlands en publiceerde die onlangs in “Bach tegen de moderniteit” (Van Wijnen, 2025).
Het eerste essay heeft dezelfde titel en is de uitgebreide versie van een lezing waarin de auteur laat zien dat Bach een pre-modern wereld- en levensbeeld weerspiegelde, zowel in de documenten die we over zijn leven hebben als in zijn nagelaten muziek. Zo besteedt de auteur veel aandacht aan Bachs gebruik van de afkortingen J.J. (Jesus Juva, Jesus help!) en S.D.G. (Soli Deo Gloria, aan God alleen de eer) in zijn handgeschreven composities. Ook in zijn niet-kerkelijke werk komen die ruimschoots voor en dat weerlegt volgens Marissen de opvatting “dat Bach zichzelf beschouwde als een seculiere, ‘moderne’ kunstenaar”. Ook bekijkt de auteur de betekenis van de menselijke rede in werken van Bach. Hij haalt hier onder meer het treffende voorbeeld uit de koraalcantate Wo Gott der Herr nicht bei uns hält (BWV 178) aan, waarin het ‘wankelende’ verstand nadrukkelijk het zwijgen opgelegd wordt.
Liedstrofe 6 van het lied:
Ach HErr GOtt / wie reich tröstest du /
die gäntzlich sind verlassen!
Der Gnaden Thür steht nimmer zu:
Vernunfft kan das nicht fassen /
sie spricht: Es ist nun alls verlohrn /
da doch das Creutz hat neugebohrn /
die deiner Hülff erwarten.
"Bachs handgeschreven notities in zijn bijbel"
Het andere essay is getiteld “Bachs handgeschreven notities in zijn bijbel”. Zoals bekend is er in de vorige eeuw een driedelige Bijbeluitgave met commentaar opgedoken uit de nalatenschap van Bach, met daarin aantekeningen en onderstrepingen van zijn hand. Deze Calov-commentaar vormt uiteraard een dankbare bron om te onderzoeken of dat meer inzicht geeft in Bachs geloofsleven. Maar ook daarbij liggen mis-interpretaties op de loer. Marissen maakt met concrete voorbeelden duidelijk dat Bach ook hier vooral de relatie heeft gelegd met zijn professionele rol in de kerk om de muziek te verzorgen tot Gods eer en stelt: “Daaruit kunnen we opmaken dat hij zichzelf niet zag als een moderne kunstenaar, maar als een premoderne aanbidder van God die zijn goddelijke roeping volgde”. Marissen wijst ook op een aantal polemische aspecten in het werk van Bach en koppelt die aan gemarkeerde teksten in zijn Calov-commentaar en aan andere boeken waarvan we weten dat ze in Bachs theologische bibliotheek stonden. Hierin herken ik dezelfde strijdpunten tussen de orthodox-lutherse theologen, de calvinisten en de rooms-katholieken, zoals die ook uitgebreid naar voren komen in de werken van de vroege hymnologen uit de tijd van Bach en die aantoonbaar van invloed zijn geweest op compositie van de koraalcantates.
Verhelderende essays
Al met al is dit boekje zeer verhelderend voor wie beter wil begrijpen in welke wereld en vanuit welke religieuze opvattingen Bachs composities tot stand kwamen. Jammer, dat slechts twee essays zijn vertaald, want ook de andere artikelen uit de Engelstalige editie zijn zeer de moeite waard. Anderzijds is de keuze voor juist deze twee essays ook zeer begrijpelijk, want Dingeman van Wijnen spande zich immers zo’n 20 jaar in voor de realisatie van de facsimile-uitgave van Bachs Calov-Bijbel. En dit boekje helpt om de waarde in te zien van wat die bron met persoonlijke notities ons duidelijk maakt over Bach.
Dat de componist ons zo’n 300 jaar later nog steeds weet te raken met zijn muziek, ook al leven wij in een tijd met een heel ander wereldbeeld, dat blijft natuurlijk zeer bijzonder en dit boekje helpt om je dat te laten ontdekken met betrouwbare bronnen.
Lydia Vroegindeweij
Gegevens:
- Bach tegen de moderniteit – Michael Marissen.
- Vertaling: Dingeman van Wijnen.
- Uitgeverij Van Wijnen, Amersfoort 2025.
- Isbn 9789051946314
- Hardback, 128 pagina’s.
- Prijs: € 19,50

Gerelateerde berichten

Wo Gott der Herr nicht bei uns hält (BWV 178)
8. Sonntag nach Trinitatis.
30. Juli 1724, Leipzig, Nicolaikirche (Erstaufführung)
Textdichter Choral:
Justus Jonas (1546-1597).

Commentaar bij een commentaar, over Bachs Bijbel
In 2017 verscheen de facsimile-uitgave van de Bach-Bijbel. Een Lutherbijbel met commentaar, samengesteld door Abraham Calov tussen 1681 en 1692. Hij verzamelde en ordende Luthers uitleg per Bijbelvers. Tot zover

Bachs theologische bibliotheek
Johann Sebastian Bach bezat een flink aantal boeken, niet alleen over muziek maar ook theologische werken. Na zijn dood in 1750 werd de waarde van zijn nalatenschap geïnventariseerd en deze

Troost in Bachs koraalcantates
Op 1 december 2020 promoveerde Lydia Vroegindeweij aan de Universiteit Utrecht op het thema ‘Troost bij Luther en Bach’. De troostende waarde van het kerklied staat in haar onderzoek centraal.