[Samengesteld door Lydia Vroegindeweij]
Het lied Aus tiefer Not schrei ich zu dir is geschreven door Martin Luther in 1524. Het is een bewerking van Psalm 130, één van de boetepsalmen. Luther schreef dit lied als voorbeeld van een psalmlied, waarmee hij andere theologen uitnodigde om ook een paar psalmen om te werken tot liederen die door de gemeente konden worden gezongen. De eerste versie, die vrij letterlijk de tekst van de psalm volgt, verving hij later dat jaar door een wat vrijere tekst, waarmee het een geloofslied is geworden.
In deze Lees&Beluister neem ik je mee langs een aantal bijzonderheden in de koraalcantate die Bach over dit lied schreef in 1724.
Wat heb je nodig?
De luistervoorbeelden en tekstbronnen vind je op deze pagina. Wil je mee kunnen lezen in de muziek bekijk dan de oudere edities (in publiek domein) van de partituur (zie hiernaast onder Bronnen). Nieuwere uitgaven zijn bij muziekuitgeverijen verkrijgbaar.
Wil je nog meer lezen over de hymnologische discussies rond dit lied aan het begin van de 18e eeuw en de invloed daarvan op Bachs compositie, bestel dan het uitgebreide Hymnologisch Dossier bij deze cantate.
Gegevens
- Titel: Aus tiefer Not schrei ich zu dir (BWV 38)
- Geschreven voor: 21e zondag na Trinitatis
- Lieddichter: Martin Luther
- Libretto: Martin Luther (1524); strofe 2-4 (delen 2-5) bewerkt (auteur onbekend)
- Bezetting: Solisten SATB, koor SATB, orkest str ob1,2 trb1-4 cont
- Eerste uitvoering: , Leipzig
Bronnen

Lees de tekst van het lied op de Kerkliedwiki. Hier vind je de tekst in het Duits met een verwijzing naar vertalingen van het lied in het Nederlands.
Afdruk van het lied in het Enchiridion.
De pagina op de Kerkliedwiki bevat de twee versies die Luther in 1524 maakte. Bekijk de verschillen tussen de beide versies. De eerste versie volgt vrij letterlijk de tekst van Psalm 130. De tweede versie wordt ook wel getypeerd als een 'geloofslied'. Kun je aanwijzen waar dat in het lied te vinden is?
Bekijk het schema van de inhoud van het lied Aus tiefer Not schrei ich zu dir volgens Gabriel Wimmer.
Wimmer verklaart de betekenis van het lied aan de hand van drie houdingen van de boetvaardige christen die verlangt naar de vergeving van zonden:
- hoe hij daarom smeekt;
- hoe hij daarop hoopt;
- hoe hij dankbaarheid betoont.
Ontleend aan: Gabriel Wimmer, Ausführliche Liedererklärung (1749), III-80.
Lees het commentaar dat Johann Martin Schamel bij de tekst van het lied gaf. Je ziet hier links de liedtekst met commentaar en rechts de cantatetekst.
