Het adventslied Nun komm, der Heiden Heiland behoort tot het oudste liederfgoed in de kerken. De oorspronkelijke hymne van Ambrosius van Milaan uit de vierde eeuw wordt nog steeds gezongen in het oorspronkelijke Latijn, in de Duitse vertaling van Luther, of in een andere vertaling in andere landstalen. Is het soms lastig om een lied van een paar eeuwen terug te begrijpen, dan geldt dat zeker voor dit lied dat al in de tijd van Bach voor grote vragen zorgde. De hymnologen uit het begin van de 18e eeuw beten zich erin vast om het goed uit te leggen en dat maakt het interessant om de liedtekst naast Bachs koraalcantate (BWV 62) te leggen. Bach gebruikte het eerste couplet al in 1714 voor de cantate Nun komm, der Heiden Heiland (BWV 61).

Wat heb je nodig?

De luistervoorbeelden en tekstbronnen vind je op deze pagina. Wil je mee kunnen lezen in de muziek bekijk dan de oudere edities (in publiek domein) van de partituur (zie hiernaast onder Bronnen). Nieuwere uitgaven zijn bij muziekuitgeverijen verkrijgbaar.

Gegevens

  • Titel: Nun komm, der Heiden Heiland (BWV 62)
  • Geschreven voor: 1e zondag van Advent
  • Lieddichter: Martin Luther (vertaling van Veni redemptor gentium door Ambrosius)
  • Libretto: Martin Luther (1524); strofe 1 en 8 letterlijk overgenomen;  strofe 2–7 (delen 2–5) bewerkt (auteur onbekend)
  • Bezetting: S*, A*, T*, B*, S, A, T, B; Cr, 2 Ob, 2 Vl, Va, Bc
  • Eerste uitvoering: , Leipzig

Bronnen

Stap 1

Beluister twee liederen.

Beluister eerst het lied in twee versies op de video’s rechts.

De eerste is een uitvoering van de oorspronkelijke Latijnse hymne van Ambrosius, Veni Redemptor gentium uit de vierde eeuw.

Beluister nu het lied Nun komm, der Heiden Heiland met de Duitse tekst van Martin Luther uit 1524.

Merk op dat het metrum van de tekst gewijzigd is. Bij Ambrosius vinden we 8 lettergrepen per regel, bij Luther 7.

Stap 2

Lees de liedtekst.

De volledige tekst van zowel Ambrosius als Luther is te vinden op deze pagina op de Kerkliedwiki. Bovendien vind je op deze pagina een werkvertaling van de Latijnse tekst.

In Nun komm der Heiden Heiland wordt het verhaal vertelt over de overwinning van het donker door het licht, waarvoor Ambrosius God alle eer gaf. Met zijn lied bood hij een tegenwicht tegen de ideeën van zijn tijd. Want toen Ambrosius leefde, was 25 december al lang een feestdag in het Romeinse Rijk: de geboortedag van de onoverwinnelijke zonnegod, ‘Natalis Solis Invicti’. Na de zonnewende barst hij weer los en zal de zon de duisternis overwinnen. De boodschap van Ambrosius is duidelijk: zoals voor de zon alle duisternis verdwijnt, zo overwint Christus alle duisternis die de mens benauwt en angst aanjaagt. Jezus Christus is de zon van onze verlossing en komt ons troosten.

Een belangrijk verschil tussen de ambrosiaanse hymne en Luthers lied is de wens om het lied te laten rijmen, een belangrijk aspect in een tijd waarin velen het lied via mondelinge overdracht moesten onthouden. De zinsbouw is daaraan vaak ondergeschikt gemaakt. De  cryptische beelden worden daardoor soms nog lastiger te begrijpen.

Bijvoorbeeld: “Gottt von Art und Mensch ein Held / sein’n Weg er zu lauffen eilt” (strofe 4).

Al voor de tijd van Bach was er kritiek op de moeilijke en soms ondoorgrondelijke tekst van het lied. Zo schreef C. Marci in 1640 al: “Die Worte des selben sind sehr hoch / geistreich / guten theils verblümt, und wegen des darinnen beschriebenen Geheimnüsses etwas schwer.” De oorzaak lag ook in de poging van Luther om zo dicht mogelijk bij het Latijn van Ambrosius te blijven.

In deze tekst vind je een paar opvallende zaken:

  • De tegelijkertijd goddelijke en menselijke aard van Jezus Christus loopt als een rode draad door de hymne.
  • Christus wordt als een held gepresenteerd.
  • In strofe 5 wordt zeer compact het hele levensverhaal van Christus verteld.
  • Er is sprake van het licht dat het donker overwint.

Stap 3

Lees meer over de liedkritiek.

Naast de algemene kritiek op de moeilijke poëzie van dit lied, was er begin 18e eeuw nog andere kritiek. Veel kritiek van de calvinisten had betrekking op de manier waarop de menswording in het lied ter sprake komt. Luther stelt in zijn twee-naturenleer dat de goddelijke en menselijke natuur in Christus weliswaar ondeelbaar samenkomen, maar niet met elkaar versmelten. Hij ziet hierin twee functies van één persoon, die in wisselwerking met elkaar de troostende ruil tot stand kunnen laten komen, waarbij Christus de zonde van de mens op zich kan nemen en verzoening met God kan bewerkstelligen. De calvinisten benadrukken juist wel een onderscheid tussen mensheid en godheid van Christus.

Naast de kritiek wemelde het in de tijd van Bach ook van grappige anekdotes, zoals deze over Hans Dunckel. Hij kwam nooit in de kerk. Toen hem gevraagd werd waarom niet, verwees hij naar het allereerste lied in de liedbundels, Nun komm, der Heiden Heiland. Daar staat het immers, in vers 7: “Dunckel muß nicht kommen drein” (Dunckel moet niet binnenkomen).

Stap 4

Beluister deel 1 van de cantate.

Tekst:

Nun komm, der Heiden Heiland,
Der Jungfrauen Kind erkannt,
Des sich wundert alle Welt:
Gott solch Geburt ihm bestellt.

De eerste strofe van het lied laat Bach door het koor in een motetvorm zingen, waarbij de zangstemmen na elkaar inzetten. De tekstregels van het lied worden afzonderlijk in langzame notenwaarden gezongen. Maar de instrumenten spelen in een sneller ritme, een wat nerveuze, maar ook mysterieuze melodie waar ook regelmatig de herkenbare beginmelodie doorheen klinkt.

De nadruk wordt hier gelegd op het heilige wonder van de geboorte en wat minder op de oproep om te komen. Er was namelijk discussie over de uitleg van het ‘Nun komm’: hoe kan het dat Jezus nu opnieuw zou komen? Hij is toch al op de wereld geweest? Hymnoloog Johann Martin Schamel legt uit dat we dat als een poëtische uitdrukkingsvorm moeten begrijpen. Jezus wil juist telkens opnieuw, zelfs dagelijks tot de gelovigen komen.
Schamel onderbouwt dit met een verwijzing naar Joh. 14, vers 23. Luthers uitleg bij dit vers (verzameld in de Calov-bijbel) versterkt deze uitleg. Ook daar is sprake van dit dagelijkse contact en van Christus die als huis- en tafelgenoot bij de mensen in wil wonen.

Johannes 14:23 (Calov-Bijbel)

JESUS antwortet / und sprach zu ihm: Wer mich liebet der wird meine Wort halten […] und mein Vater wird ihn lieben […]/ und wir (der Vater / Ich / und der Heil. Geist / 1. Joh. V.7.) werden zu ihm kommen / und Wohnung bey ihm machen. (Herr Lutherus l.c. Und hiebey / spricht Er weiter / soll es nicht bleiben / daß ich und der Vater ihn lieb haben / der da mich liebet / sondern wir wollen zu ihm kommen etc. Daß Er nicht allein soll sicher seyn für dem zukünfftigen Zorn / Teuffel / Tod / Hölle / und allem Unglück / sondern soll auch hie auff Erden uns bey ihm wohnend haben / und wollen täglich seine Gäste / ja Hauß= und Tisch=Genossen seyn / das soll euch widerfahren / und nicht der Welt / denn sie ist auch solcher Ehre und Herrligkeit nicht Werth / weil sie mein Wort nicht hören noch annehmen wil / ja dazu hasset und verfolget. [….]

Ter vergelijking: beluister hieronder de opening van Bachs eerdere cantate met dezelfde titel uit 1714 (BWV 61) is opvallend. Daar heeft de eerste strofe het karakter van een statige Franse ouverture.

Stap 5

Beluister deel 2 van de cantate.

2. Aria (tenor): Bewundert, o Menschen, dies große Geheimnis

Tekst:

Bewundert, o Menschen, dies große Geheimnis:
Der höchste Beherrscher erscheinet der Welt.
Hier werden die Schätze des Himmels entdecket,
Hier wird uns ein göttliches Manna bestellt,
O Wunder! die Keuschheit wird gar nicht beflecket.

Dit deel omvat de liedtekst van strofe 2 en 3.

In deze aria wordt het wonder verder benadrukt. Dat was nodig omdat de fijnslijpers meer duidelijkheid wilden over die geboorte. Het begin van de 18e eeuw was immers ook de tijd waarin de wetenschap nieuwe wegen insloeg, dus een simpele uitleg van het wonder van de onbevlekte zwangerschap voldeed niet langer. Ook een verwijzing naar het werk van de Heilige Geest overtuigde niet iedereen. Een aanvullende verklaring werd gevonden bij Jesaja 11, vers 1: de nieuwe twijg aan Jesses oude stam. Zo’n nieuwe uitloper uit een bestaande wortel opkweken is iets heel anders dan vanaf het begin beginnen en een zaadje planten om een nieuwe boom te kweken. De aria benadrukt dat God met dat soort geheimen de hele wereld omvat en dat die genade voor ons slechts met bewondering te aanvaarden is.

Stap 6

Beluister deel 3 van de cantate.

Tekst:

So geht aus Gottes Herrlichkeit und Thron
Sein eingeborner Sohn.
Der Held aus Juda bricht herein,
Den Weg mit Freudigkeit zu laufen
Und uns Gefallne zu erkaufen.
O heller Glanz, o wunderbarer Segensschein!

Dit deel omvat de liedtekst van strofe 4 en 5.

Bij die discussie over de herkomst van Jezus raken we aan een belangrijk punt tussen de stromingen in de geloofsleer: de twee-naturenleer. Luther maakte weliswaar een onderscheid in de goddelijke en menselijke natuur van Christus, maar benadrukte tegelijk dat die een ondeelbare eenheid vormden. Daarom is het ook de moeite waard de originele Latijnse tekst van het lied te bekijken. “God van soort en mens, een held”: zo vertaalde Maarten Luther de Latijnse woorden ‘geminae gigas substantiae’. Luther begreep hieruit dat ook Ambrosius duidelijk wilde maken dat Jezus Christus een held (gigas) is van tweeërlei (geminae) natuur (substantiae), namelijk van goddelijke en menselijke natuur, waarachtig God en waarachtig mens. Hoewel hij als mens geboren is, behoort hij volledig toe aan God, zijn Vader. In dit recitatief wordt de hele levensweg van Christus, ‘mit Freudigkeit’, extreem kort vertolkt. De tekst van het lied strofe 5, van God gezonden, op aarde gekomen, neergedaald in de hel en teruggekeerd naar de Vader wordt hier enkel samengevat als een troostrijk eindresultaat: wij, gevallenen zijn vrijgekocht.

Stap 7

Beluister deel 4 van de cantate.

Tekst:

Streite, siege, starker Held!
Sei vor uns im Fleische kräftig.
Sei geschäftig,
Das Vermögen in uns Schwachen
Stark zu machen!

Dit deel omvat strofe 6 van de liedtekst.

Maar met het vrijkopen van de zondaars zijn we er natuurlijk nog niet. De genade is weliswaar een gratis geschenk, maar niet vrijblijvend. De gelovige mag niet achteroverleunen, maar moet ook zelf in beweging komen. De strijd van de mens geworden held tegen duivel, hel en dood is een eerste stap, maar daarna moet de mens uit zijn zondige toestand komen en genezen worden. De kracht van de held is nodig om ons weerbaar te maken tegen de listen en het geweld van onze belagers. Die hulp, steun en kracht mogen we vragen van God en Heilige Geest. Etymologisch is dat trouwens de oorspronkelijke betekenis van ‘troost’: hulp, steun en kracht geven. (De wens om  iemand ‘sterkte’ te wensen bevat nog deze oorspronkelijke troostrijke formulering.)
Bach laat in dit deel van de cantate de held ook muzikaal ten strijde trekken. Daarbij kan het geen kwaad om een misverstand over de tekst te corrigeren zoals Schamel adviseert: ‘den Sieg im Fleisch’ dient begrepen te worden als ‘im Fleische / d.i. in dem angenommenen Fleisch oder der menschlichen Natur’. Geen ruimte dus voor foute grappenmakers, die hier liever zingen ‘Führ hinaus den Sieg ins Fleisch’. Laat de held maar strijden!

Stap 8

Beluister deel 5 van de cantate.

Tekst:

Wir ehren diese Herrlichkeit
Und nahen nun zu deiner Krippen
Und preisen mit erfreuten Lippen,
Was du uns zubereit’;
Die Dunkelheit verstört’ uns nicht
Und sahen dein unendlich Licht.

Dit deel omvat strofe 7 van de liedtekst.

Een lichtgevende kribbe in de nacht. Uiteraard een metoniem voor Christus, maar dat maakt de liedtekst niet duidelijk. De cantatetekst wel. Ambrosius noemde in zijn hymne al de bijzondere aard van dit geloofsmysterie. Er komt geen stralende held met de onkwetsbaarheid van zijn goddelijkheid naar ons toe. Daarom vieren we hier niet het glorieuze, het majestueuze, het onoverwinnelijke. Nee, een ‘nieuw licht komt uit de nacht’. De uitstraling van de kribbe in de stal is ook geen weerspiegeling van het licht van buiten. Nee, deze uitstraling komt van een nieuw licht, niet belemmerd door de lichamelijke of geestelijke duisternis. Het lied maakt duidelijk dat het nieuwe licht niet overwonnen kan worden door de oude duisternis. Maar de kandelaar voor dit licht bent u, uw geloof, dat het omhoog houdt, draagt het licht. Schamel verklaart dit woord ‘schein’ in het lied met uitleg van Luther: “So lange er nicht erlöscht und Christus im Hertzen ist. Der Glaube leydet keine muthwillige Sünde, wo Jesus, der Heilige Geist und Glaube im Hertzen, da ist Licht der guten Wercke”.

We horen hier alleen de sopraan en alt als tedere aanbidding van het beginnende licht in de kribbe. Symbool voor Christus zelf. In de muziek horen we de uitbeelding van de gelovige ziel.

Stap 9

Beluister deel 6 van de cantate.

Tekst:

Lob sei Gott, dem Vater, g’ton,
Lob sei Gott, seinm ein’gen Sohn,
Lob sei Gott, dem heilgen Geist,
Immer und in Ewigkeit.

Het besluit van de cantate is een lofprijzing, met dezelfde tekst als het lied van Luther. Alleen het wat verwarrende ‘thon’ is verduidelijkt tot ‘g’thon’ op aanwijzing van Schamel. Luther heeft het woord God hier drie keer benadrukt, als onderstreping van de Heilige Drievuldigheid. Bach doet er nog een schepje bovenop. In de muziek zijn er bij elke lettergreep ergens in een van de zangpartijen versierende achtste noten te horen, behalve op het moment dat de eerste lettergreep van het woord ein’gen Sohn wordt gezongen. Bij Bach is dat nooit zonder betekenis: ‘ein’ moet nadrukkelijk ongedeeld blijven. Hetzelfde is te horen in het slot van de cantate Schwingt freudig euch empor (BWV 36).

Stap 10

Beluister de hele cantate.

Na de inkijkje in de losse delen van de cantate is het aan te bevelen om nog eens de hele cantate als geheel te beluisteren. Zo hoorden de kerkgangers in Leipzig in 1724 het stuk immers ook.

Samengevat is de boodschap van deze cantate de kern van de Lutherse troost. De gelovige mag zich getroost weten door de held, die voor zijn redding zal strijden. Mits de gelovige hem dagelijks toelaat als huisvriend en Christus in het hart mag wonen, zal het donker geen kans meer krijgen. Schamel verwoordt het in zijn toelichting bij het woord Dunckel als volgt: het donker, veroorzaakt door lichamelijke of geestelijke nacht of nood, wordt door dit genadelicht verdreven. “Weg Nacht der Sünden! Weg Schatten des Todes! Weg Unglaube!” De kerstnacht was immers vol hemels licht.

Hiernaast vind je de uitvoering van de gehele cantate door de Nederlandse Bachvereniging uit de serie All of Bach.

Meer lezen?

Meer achtergronden over de 18e-eeuwse hymnologie en bronnen vind je (straks) in het Hymnologisch Dossier over die lied (nog in ontwikkeling).